De voormalig langebaanschaatser (en WK-Allround winnaar) Harm Kuipers was de Nederlandse arts met de meeste invloed op het gebied van (anti-)doping. Hij was hoofd van de medische commissie van zowel de KNSB de ISU als de IOC, en was het afgelopen decennium nauw betrokken bij de WADA. Bovendien is Kuipers hoogleraar bewegingswetenschappen in Maastricht.
Kuipers is de afgelopen jaren veel geciteerd in de pers, maar daaruit blijkt weinig kritische houding tegenover doping. Zijn stokpaardje is dat middelen als EPO of testosteron niet of nauwelijks effect hebben. Renners als Lance Armstrong en Gert Jan Theunissen kregen van hem altijd het voordeel van de twijfel.
In een ingezonden artikel uit 2005 in de Volkskrant noemt hij het zelfs een ‘samenzwering tegen Armstrong’ en dat Armstrong ‘slachtoffer is van een complot’. Zelfs na het uitbrengen van het USADA-rapport bleef hij bij zijn mening dat Armstrong weinig blaam treft en dat hij eigenlijk met rust gelaten moet worden.
In 1992, in de tijd dat Kuipers nog hoofd was van de medische commissie van de schaatsbond, werd hij betrokken bij de uitspraken van huisarts en politiearts Michel Karsten. Karsten vertelde dat hij schaatsers met doping hielp, waaronder een topper uit de kernploeg. Karsten was toen – naar eigen zeggen – de enige arts die er openlijk vooruit kwam sporters uit diverse takken van sport te adviseren over dopinggebruik, dopingmiddelen voor te schrijven en sporters te begeleiden met deze middelen. De hele schaatswereld viel over Karsten heen en de KNSB spande een rechtszaak aan. Kuipers verklaarde dat leden van de kernploegen zich niet bedienen van stimulerende middelen. Dopingcontroles waren volgens Kuipers toen niet nodig omdat het schaatsen als “cleane sport wordt beschouwd”
Kuipers verklaarde in 2007 dat Epo en Testosteron nauwelijks effect zouden hebben en daardoor niet op de dopinglijst zouden moeten staan. Een andere dopingcommentator en huisarts Berend Nikkels was allerminst met het eens en verklaarde daarop over Kuipers. “Dat is een politicus, verbonden aan het anti-dopingbureau WADA. Hij begint te raaskallen dat epo niet helpt. Een pseudo-wetenschapper.”
Ook bij de dopingzaak rond Claudia Pechstein bleek Kuipers een hoofdrol te hebben. Kuipers was in 2009 hoofd van de medische commissie van de ISU en nam in het bewuste weekend bij het WK in Hamar in februari 2009 bloed af bij Pechstein die later op basis van haar bloedpaspoort op doping zouden wijzen. Pechstein meldde zich tijdens het weekend ziek en pas in juli werd duidelijk dat het vanwege doping was. Pechstein verklaarde dat de ISU aangeboden de zaak in de doofpot te stoppen als zij haar carrière zou beëindigen. De CAS bevestigde uiteindelijk de schorsing van Pechstein.
later meer